De duif en de mier

nr 14 op de route

Aan de oever van de Oeffeltse beek

ging een duif een slokje drinken.

Hij hoorde hulpgeroep en keek:

een mier was aan het verdrinken.

 

De duif bedacht zich niet en wist 

een tak in het water te steken. 

Zo werd de mier eruit gevist,

net op tijd, nét niet bezweken.

 

De drenkeling boog diep en zei:

‘Mijn dank is onnoemelijk groot.’

‘Ach’, zei de duif, ‘’t hoort erbij: 

je helpt elkaar in de nood.’

 

De dagen regen zich aaneen

en het jachtseizoen begon.

De duif vloog over Oeffelt heen

ging weer drinken bij de bron. 

 

Een jager keek door zijn vizier

zag de duif, een smakelijke buit.

Hij legde aan… daar was de mier,

beet de jager in zijn kuit. 

 

Er klonk een knal, iemand riep ‘au!’ 

maar de duif bleef ongedeerd. 

En de mier zei blij: ‘Nu help ik jou,

ik had een wijze les geleerd.’

 

© 2021 Geurt Franzen

naar een fabel van Aesopus

 

 

 

 

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Word 'Vriend van de Maasheggen'

Klik op onderstaande button, vul het formulier in en word ook 'Vriend van de Maasheggen'.

Word vriend
illustratie das